Krantenarchief TROUW / DE VERDIEPING 13 oktober 1997 ROBBERT ROOS beeldende kunst AMSTERDAM Koningin Beatrix hield vrijdag bij de uitreiking van de Koninklijke Subsidie voor Vrije Schilderkunst in het Paleis op de Dam een warm pleidooi voor de schilderkunst. Ondanks de opkomst van de nieuwe media biedt de discipline in haar ogen nog steeds mogelijkheden voor een 'krachtige eigentijdse expressie'. Iedere keer opnieuw weten kunstenaars met nieuwe inspiratie nieuwe expressie en vorm te vinden, zo stelde de koningin. "De subsidies zijn een aanmoediging voor alle kunstenaars die gekozen hebben voor dit moeilijke inspirerende vak", voegde ze daar aan toe. Frank Lenferink, Paul Nassenstein, Dieuwke Spaans en Serge Verheugen zijn dit jaar de gelukkige winnaars. Voor het eerst is slechts aan vier kunstenaars een subsidie uitgereikt. De laatste jaren waren dit er zes. Het prijsbedrag is verhoogd van vijfduizend naar tienduizend gulden. Van de vier prijswinnaars zijn in de Burgerzaal van het Paleis twee werken te zien en van veertien andere geselecteerde kunstenaars één werk. In totaal zonden 457 kunstenaars werk in. De koningin is niet de enige die signaleert dat de schilderkunst de laatste jaren forse concurrentie heeft gekregen van de nieuwe media en andere expressievormen. Ook de jury rept erover in het juryrapport. 'Schilderkunst is op dit ogenblik - in tegenstelling tot een aantal jaren geleden - niet het medium dat de meeste aandacht van jonge kunstenaars krijgt', schrijft ze enigszins bedremmeld. Toch is dat niet helemaal waar. Wie de galeries bezoekt, ziet daar voldoende schilderstalent, alleen zenden lang niet al deze talenten hun werk in voor de Koninklijke Subsidie. De jury onderkent dat probleem en wil daarom 'potentiële kandidaten actiever wijzen op het bestaan van de prijs'. De oogst moet dit jaar bijzonder schraal zijn geweest, getuige de lage hoeveelheid kunstenaars die naast de prijswinnaars te zien is. Andere jaren hing de hele omloop van de Burgerzaal vol, nu slechts de achterste gangen. Wat er te zien is - ook bij de winnaars - valt bijna allemaal in de categorie 'associatieve figuratie'. Het zijn schetsmatige en schematische taferelen, die meestal met een vrij losse hand zijn neergezet en veel onderhuidse emotie danwel melancholie hebben. Verschillende kunstenaars worstelen met perspectief en anatomie. Soms is dat doelbewust, maar dan lijkt het eerder uit onmacht dan uit kunde. Van de prijswinnaars zijn Serge Verheugen en Dieuwke Spaans de meest interessante schilders. Verheugen beitelt en schuurt in panelen cartooneske voorstellingen die hij met witte verf accentueert en uitwerkt. Spaans presenteert een bonte stoet van in contour getekende figuren en dieren, alsof het figuranten zijn in een grimmig hedendaags sprookje. Frank Lenferink schotelt uiterst precies gepenseelde interieurs voor, maar zijn pointe is niet echt sterk. Paul Nassenstein (in 1995 ook al winnaar) overdondert met monumentale ruimtes, waarin piepkleine mannetjes ondoorgrondelijke handelingen verrichten. Interessanter is het werk van Roos Campman en Marcel Doorduin. Campman werkt in een soort 'klare lijn'-striptaal. Een jongetje staat met zijn rug voor een soort kiosk. Wat hij doet is niet duidelijk, maar je kunt er wel de meest uiteenlopende verhalen op projecteren. Doorduin heeft kwalitatief een van de mooiste werkjes gemaakt. Een onbestemde architectonische vorm, neergezet met brede witte en donkergrijze vegen, tegen een diepgroene achtergrond. Het schilderij zit in een spannend diffuus gebied tussen realisme en abstractie. Campman, Doorduin, Spaans en Verheugen zijn lichtpunten in een verder gemiddelde keuze. Misschien dat de vrij magere oogst van dit jaar de jury zal verleiden tot een herbezinning op de condities van de Koninklijke Subsidie. Je kunt het instituut als een reservaat voor de schilderkunst blijven beschouwen, of net als de Prijs voor Jonge Belgische Schilderkunst de inschrijving open gooien voor alle disciplines. Wanneer schilderkunst goed is, komt ze ook in concurrentie met andere media bovendrijven. Zit de discipline in de luwte, dan zal ze terecht minder aandacht krijgen. Het gevaar dreigt dat de Koninklijke Subsidie verwordt tot een geïsoleerd onderonsje op een deelgebiedje van de beeldende kunst, hoe respectabel haar geschiedenis ook is. In ieder geval moet de jury haar belofte gestand doen en actiever naar deelnemers aan de prijsvraag zoeken. Als dan toch in een eenzijdige vijver wordt gevist, dan een vijver gevuld met de beste vissen. © Trouw 2009, op dit artikel rust copyright.